Provinciepartijen willen ook grotere afstand voor windmolens
Een eerdere oproep van Nissewaard Lokaal krijgt inmiddels bijval in de provincie Zuid-Holland. Vorige maand vroeg de partij in de raadsvergadering om de plannen voor windmolens op de Landtong te herzien. Aanleiding was een nieuw internationaal onderzoek waaruit blijkt dat de molens te dicht op de woningen zouden worden gebouwd. VVD-wethouder Igor Bal wilde hier niets van weten. Volgens Bal staan de afspraken vast en worden de windmolens anders door de provincie alsnog geplaatst.
Vier partijen binnen de provincie willen nu toch serieus kijken of het plaatsen van windmolens op grotere afstand kan plaatsvinden. Dat valt te lezen in het AD/Rotterdams Dagblad. Volgens de krant willen, naast oppositiepartijen SP en Denk, ook de coalitiepartijen GroenLinks en ChristenUnie/SGP dat de huidige afstandsregels op de schop gaan. De partijen hebben schriftelijke vragen gesteld aan gedeputeerde Berend Potjer (GroenLinks). Windpark Spui, waar Nissewaard Lokaal ook al naar verwees, wordt als voorbeeld genoemd hoe het niet moet. Daar is de geluidshinder zo groot dat inmiddels 6 van de 12 omwonenden zijn verhuisd.
Schadelijke effecten
De vier partijen vinden dat de overheid niet hoeft te wachten met maatregelen totdat onomstotelijk bewijs is geleverd voor schadelijke effecten. Liever voorkomen ze die op voorhand. De partijen willen weten of dit bij de bepaling van de plek van Windpark Spui ook het uitgangspunt was. En zo niet, of dat bij toekomstige windparken wel gaat gebeuren.
2,2 kilometer afstand
Nissewaard Lokaal is blij met de steun voor de oproep. De partij ziet liever dat windmolens worden geplaatst volgens de internationaal geadviseerde stelregel; afstand is 10 keer de hoogte van de turbine. Dat betekent dat een turbine van 220 meter, dus op minimaal 2,2 kilometer van de bebouwde kom moet staan. Nissewaard Lokaal zal er wederom bij wethouder Bal op aandringen om naar aanleiding van de vragen contact op te nemen met gedeputeerde Potjer van de provincie.